Naar een essay van Tim Fransen.
De paradox van hoop
Hoop is een merkwaardige deugd. Ze is als zuurstof: onzichtbaar, ongrijpbaar, maar zodra ze verdwijnt, stikken we langzaam. Toch is hoop geen vanzelfsprekendheid meer. We leven in een tijd waarin zelfs optimisme verdacht klinkt – een luxe die alleen de naïeven zich nog kunnen veroorloven. De krantenkoppen lijken dagelijks te roepen: De wereld brandt, en u mag het uitzoeken.
Hoe houd je hoop in tijden waarin het vooruitzicht vooral bestaat uit smeltend ijs, splijtende samenlevingen en splinterende zekerheden? En belangrijker nog: is hoop nog wel moreel verantwoord, als de feiten zo ontnuchterend zijn?
De filosoof en cabaretier Tim Fransen stelt dat we niet zonder hoop kunnen – maar evenmin zonder realisme. Hoop mag niet verward worden met een vrolijk gevoel dat het allemaal wel goed komt. Dat is geen hoop, maar ontkenning. Echte hoop is de koppige weigering om cynisch te worden, ook als daar alle reden toe is.
Hoop is dus niet het tegenovergestelde van pessimisme, maar van onverschilligheid.
Een wereld die haar toekomst verliest
De schrijver Tommy Wieringa vroeg laatst wie in de zaal nog een paar generaties vooruit durfde te denken. Nauwelijks iemand stak zijn hand op. Wat zegt dat over ons tijdperk? Misschien dat we niet langer bang zijn voor rampen, maar voor de toekomst zelf.
De 14de eeuw kende de pest, de 20ste eeuw twee wereldoorlogen, maar die rampen waren tijdelijk. Onze tijd kent een ander soort crisis: de toekomst zelf lijkt ziek. De klimaatcrisis, de uitputting van de aarde, de groeiende ongelijkheid – het zijn symptomen van iets diepers: een collectieve toekomstloosheid.
We hebben geleerd onszelf te zien als consumenten, niet als burgers. We staren “als verstijfde herten in de koplampen van het rechts-autoritaire tijdperk”, terwijl we elkaar nog wat peptalks geven over dat het ‘misschien wel goed komt’.
Dat is het tragische van onze tijd: we zijn niet alleen het geloof kwijt in ons huidige systeem, maar ook het geloof dat er een alternatief mogelijk is.
Hoopvol pessimisme
Pessimisme hoeft niet het einde van hoop te betekenen. Integendeel: soms begint hoop pas wanneer de illusie van controle verdwijnt.
De optimist bestrijdt onzekerheid door te geloven dat het goed komt; de pessimist door de verwachtingen laag te houden. Maar de hoopvolle pessimist kijkt de ellende in de ogen en besluit tóch te handelen. Niet uit verwachting van succes, maar uit plichtsbesef.
Neem Greta Thunberg en Václav Havel: mensen die niet handelden ondanks hun somberheid, maar dankzij hun bewustzijn van de ernst.
Hun hoop is niet gebouwd op kans, maar op karakter.
En dat is precies het soort hoop dat onze tijd vraagt: geen optimisme zonder nadenken, maar moed zonder garantie.
De illusie van alternatiefloosheid
Er was een tijd, niet eens zo lang geleden, waarin we geloofden dat de grote ideologische strijd voorbij was. Het communisme had verloren, het kapitalisme had gewonnen, en democratie leek de eindbestemming van de geschiedenis. “There is no alternative,” zei Margaret Thatcher, en de wereld knikte.
Maar die wereld bleek een leugen. De zogenaamde ‘eindoverwinning’ van het democratisch kapitalisme bleek de triomf van een systeem dat groei als heilig beschouwt, ongelijkheid als bijproduct accepteert, en de aarde behandelt als een bankrekening zonder limiet.
Toch is de erfenis van dat ‘einde van de geschiedenis’ niet alleen economisch, maar ook psychologisch. We zijn vergeten dat verandering mogelijk is.
De echte crisis van de hoop is niet dat we niet weten of het beter kan, maar dat we niet meer geloven dat het beter kán.
En dus wachten we af. We hopen op nieuwe verkiezingen, een ‘betere premier’, een coalitie die het tij keert. Maar “De veranderingen die nodig zijn, zullen niet plaatsvinden omdat Rob Jetten premier wordt.”
Politici zijn niet het begin van omwentelingen – ze zijn het sluitstuk.
Terug naar de burger
Wie de geschiedenis bestudeert, ziet dat iedere wezenlijke vooruitgang – van vrouwenkiesrecht tot afschaffing van slavernij – niet begon in de politiek, maar in de burgermaatschappij.
Macht ontstaat altijd uit het samen handelen van mensen. Macht is niet het bezit van enkelen, maar de som van collectieve moed.
Dat klinkt verheven, maar het begint bescheiden: bij mensen die zich organiseren, die elkaar vinden rond waarden, niet rond winst. In buurtcoöperaties, burgerberaden, lokale initiatieven waarin we weer leren wat democratie eigenlijk betekent: niet kiezen, maar deelnemen.
Hoop, in deze zin, is geen gevoel maar een praktijk. Ze bestaat niet in de binnenwereld, maar in de tussenruimte – daar waar mensen elkaar ontmoeten en besluiten iets te doen.
De strijd om het gezond verstand
De Italiaanse denker Antonio Gramsci begreep dit al een eeuw geleden. Macht, zei hij, rust niet alleen op wetten of geweld, maar op instemming – op wat mensen vanzelfsprekend zijn gaan vinden.
Wie het gezond verstand beheerst, beheerst de wereld.
Vandaag is dat gezond verstand besmet met neoliberale denkbeelden: dat succes een keuze is, dat marktwerking efficiënt is, dat we vooral onszelf moeten optimaliseren. Zelfs de taal van de zelfhulpboeken is doordrenkt van economische logica: investeer in jezelf, verhoog je rendement, word de CEO van je eigen leven.
Gramsci zou zeggen: dit is culturele hegemonie in zijn zuiverste vorm – een ideologie die zo diep geworteld is dat ze niet meer als ideologie wordt herkend.
Daarom vraagt hoop in onze tijd niet alleen om actie, maar ook om verbeelding: om de moed om ons een andere wereld voor te stellen dan de huidige.
Nieuwe gemeenschappelijke gronden
Gelukkig wemelt het van de alternatieven, al zien we ze niet altijd. Overal in Europa schieten coöperaties, burgercollectieven en burgerinitiatieven als paddenstoelen uit de grond.
In energiecoöperaties investeren burgers zelf in windmolens; in wooncoöperaties beheren bewoners samen hun gebouw; in repaircafés en deelplatforms wordt waarde niet in geld, maar in gemeenschap gemeten.
We kunnen inzetten op vormen van economische democratie: bedrijven waarin werknemers meebeslissen, waar winst wordt getoetst aan maatschappelijke waarde, waar rijkdom niet langer mag ophopen in dode handen.
Het gaat hier niet om utopieën, maar om praktische hoop: ideeën die niet wachten op revolutie, maar die de toekomst alvast oefenen.
De moraal van machteloosheid
Toch blijft er iets knagen. Want zelfs al zien we alternatieven, we voelen ons vaak te klein om verschil te maken. Die machteloosheid is begrijpelijk – maar ook misleidend.
Die machteloosheid is juist het product van een ideologie die ons tot consumenten heeft gereduceerd. Zolang we onszelf zien als klanten van de politiek, zullen we machteloos blijven. De remedie is dus niet méér hoop, maar méér handelingsvermogen.
De eenheid van theorie en praktijk, Denken en doen als één geheel.
Hoop krijgt pas betekenis als ze belichaamd wordt.
Daarom is hoop niet hetzelfde als optimisme. Optimisme is een verwachting; hoop is een houding. Optimisme zegt: het komt goed. Hoop zegt: ik zal doen wat goed is, ook als het niet goed komt.
Een kleine geschiedenis van de mogelijkheid
Werelden kunnen snel kantelen. In 1914 had slechts een fractie van de bevolking stemrecht; zestig jaar later was universele democratie, onderwijs en sociale zekerheid vanzelfsprekend.
Binnen twee generaties had de westerse wereld zichzelf heruitgevonden.
Wat toen mogelijk was, kan opnieuw – als we durven denken voorbij de status quo.
De geschiedenis is geen rechte lijn, maar een reeks van breuken. En elke breuk begint met hoopvolle mensen die weigeren te geloven dat het niet anders kan.
Hoop als burgerlijke ongehoorzaamheid
Misschien is dat de vorm van hoop die we nu nodig hebben: burgerlijke ongehoorzaamheid aan fatalisme.
Hoop die weigert mee te gaan in het idee dat de wereld al ‘af’ is. Hoop die niet vraagt “Wat is realistisch?”, maar “Wat is juist?”. Hoop die zich niet laat gijzelen door cynisme, maar zich voedt met verbeelding.
“Hopen dat alles goed komt en tegelijk geloven dat alles wel zo’n beetje kan blijven zoals het is, is een vorm van fatalisme.”
Echte hoop vraagt dat we het systeem waarin we leven opnieuw durven ontwerpen – niet door te wachten op politiek leiderschap, maar door het samen te doen.
Hoop is dus niet iets wat je voelt, maar iets wat je doet.
Het wonder van samen handelen
Macht ontstaat “uit het samen handelen van mensen”.
Hoop is precies dat: samen handelen in onzekerheid.
Misschien kunnen we onszelf daarom het best zien als tijdelijke rentmeesters van een doorgeefvlam. We hoeven de wereld niet in één generatie te redden. We hoeven enkel te voorkomen dat de vlam dooft.
Hoop is het stille verzet tegen de gedachte dat het te laat is. Het is de kunst om, midden in de puinhoop, te blijven bouwen aan iets wat groter is dan onszelf.
Epiloog – De moed van het onzekere
We staan er beroerd voor. De wereld warmt op, het vertrouwen bekoelt, en de toekomst lijkt een bedreiging geworden in plaats van een belofte.
Maar juist in die context “hoort hoop te schitteren.”
Hoop heeft niets met zekerheid te maken – integendeel. Ze gedijt bij twijfel, bij breuken, bij tijden waarin het oude sterft en het nieuwe nog niet geboren is.
“De context van hoop is radicale onzekerheid.”
Dat is misschien wel de meest troostrijke gedachte van allemaal.
Want als hoop juist daar leeft waar zekerheid ontbreekt, dan is er, hoe donker het ook wordt, altijd ruimte voor licht.
Robert Loppersum
We hoeven geen optimisten te zijn om hoopvol te handelen. We hoeven alleen te weigeren om machteloos te blijven.
Hoop is niet de illusie dat het goed komt –
het is de overtuiging dat het beter kan, zolang wij het blijven proberen.
Maak ook op een andere wijze kennis met ons. We kennen naast de loges diverse andere activiteiten voor iedereen.
-
Odd Readers
Een goed boek lezen is een verademing in de drukte van dit bestaan. Samen een boek lezen maakt dit feestje extra bijzonder. Onze Odd Readers bieden je de mogelijkheid om dit samen lezen in de praktijk te brengen. Ben je een leesfan of zou je het willen worden? Lees er hier dan meer over.
-
Odd Fishermen
De wereld verbeteren, vissend op de Waddenzee. We doen het al meer dan 40 jaar. En het visserslatijn is daarbij onuitputtelijk. Juist dat maakt deze dag tot een jaarlijks terugkerend succes, of je nu van vissen houdt of niet. Lees er hier meer over.