Logo Odd Fellows Apeldoorn
 

Persoonlijk afscheid in coronatijd

Op televisie en in kranten verschijnen veel alarmerende berichten over uitvaarten in coronatijd. Rijen doodskisten in grote hallen, mensen die geen afscheid meer kunnen nemen. De weinige mensen die op een uitvaart mogen komen moeten afstand houden van elkaar. Zo’n bijeenkomst wordt gepresenteerd als kil en onpersoonlijk. Mijn ervaring is juist heel anders.

Toen de maatregelen van kracht werden hebben we met ons team meteen gekeken naar wat er nog wél mogelijk was. Door de -inderdaad strenge- nieuwe regelgeving zochten we naar nieuwe mogelijkheden, zonder de ballast van wat hoort en niet hoort. Doordat de regels in bijvoorbeeld crematoria telkens veranderden, is het belangrijk om mee te bewegen. Want iedereen wil dat wat nog wél kan zo goed mogelijk doen.

We komen niet bij coronapatiënten in huis, maar in de tuin kunnen we de uitvaart prima bespreken. Opbaren kan gewoon, ook met de kist open. Het afscheidshuis, een plek die ik heb gemaakt waar mensen in huiskamersfeer opgebaard kunnen worden, is daarvoor ideaal. Daar kunnen kleine groepjes mensen toch afscheid nemen. Als ze maar op verschillende dagen komen en om de beurt naar binnen gaan. De overledene is nooit alleen omdat wij er als gezin boven wonen. Dat geeft troost.

Doordat we elkaar niet meer aanraken doen mensen er alles aan om te laten zien dat ze meeleven. De verhalen worden intenser, de blikken liefdevoller, de rituelen doen er toe.

Bij uitvaarten mogen nog maar 30 mensen aanwezig zijn dus worden alleen de meest dierbaren uitgenodigd. Voor de mensen die er niet bij kunnen zijn worden alternatieven bedacht.

Onlangs hebben we een uitvaart geregeld waarbij de mensen die niet konden komen langs de straat mochten uitzwaaien. We reden met een rouwauto -een Dodge met open laadbak- stapvoets langs, zodat de mensen een laatste groet konden geven met een bloem. Deze bloemen staken we tijdens de ceremonie in een boeketstandaard, zodat de gevers er toch een beetje bij waren.

Een ander voorbeeld was een zogenaamde ‘drive through’. Families konden bij het crematorium in hun auto langs de overledene rijden. Even stoppen. Contact maken met de familie van de overledene, een bloem afgeven en daarna doorrijden.

Mensen die niet op de uitvaart aanwezig zijn kunnen vaak thuis meekijken via een livestream. Tijdens de dienst kunnen verhalen over het leven van een overledene ten gehore worden gebracht die zijn ingesproken. Vaker ook dan voorheen krijgen we kaarten met anekdotes en verhalen.

Toen we laatst afscheid moesten nemen van een baby hadden mensen die er niet bij konden zijn een haag gevormd, netjes anderhalve meter uit elkaar.  De ouders liepen met het mandje tussen hen in door, vogeltjes kwetterend op de achtergrond. Om de beurt en heel rustig legden de gasten een bloem bij het baby’tje en zochten oogcontact met de ouders. De gebaren warm en intens. Zo’n ontmoeting is indringender dan het hand schudden in de veel voorkomende rij bij een condoleance.

Tijdens de dienst kunnen we met dertig aanwezigen om de kist heen zitten.  Weliswaar op afstand van elkaar, maar dat voelt toch niet zo. We luisteren naar verhalen en naar muziek, maar we nemen ook de tijd voor passende rituelen. Omdat er nu geen nazit is, kan er voor gekozen worden mensen iets mee te geven. Soms wordt er een rozenkwarts op het hart van de overledene gelegd en krijgt iedereen ook zo’n steentje mee.

Soms doen we een lintenritueel: tasjes met een paar kleinigheden waar een verhaal aan vast zit worden met linten verbonden aan de pols van de overledene. Een afscheidstekst, een zakje vergeet-mij-nietjes, de lievelingsbonbon van Maasen, een foto. We leggen uit waarom de gasten het meekrijgen.

 

We zingen, we luisteren naar livemuziek, naar de vogels. De uitvaarten zijn warm, liefdevol en met nog meer aandacht.

Nog nooit heb ik gehoord: ‘wat jammer dat het zo moest.’

Wat ik hoor: ‘Het klinkt misschien raar, maar ik zou het niet anders gewild hebben.’

 

Marinka de Haan

Neem contact op

Neem contact met ons op via e-mail

Andere contactopties